Er wordt mij regelmatig gevraagd of machinaal waxen niet net zo goed of zelfs beter is dan handmatig waxen. Wat zijn de verschillen? En wat doen professionele skiërs en snowboarders eigenlijk?
Er zijn verschillende redenen om voor handmatig waxen kiezen. Snowboards met een zeer specifieke vorm kunnen simpelweg niet in een waxmachine, dus deze zullen altijd handmatig gewaxt moeten worden. Waxmachines zijn in de eerste plaats ontworpen voor ski’s. Ski’s hebben allemaal een vlakke base met een kromming bij de nose en soms ook bij de tail (denk aan ski’s die bi-directional zijn). Echte powder snowboards hebben een 3D form waarbij ook de zijkanten van de nose een kromming hebben voor extra float in diepe poedersneeuw. In een waxmachine is het onmogelijk om op deze 3D vorm wax te krijgen.
Het grootste verschil tussen waxen met de hand en machinaal is dat waxen met de hand langzamer en daardoor grondiger gaat. Doordat het langzamer gaat, krijgt de ski of het snowboard langer de tijd om warm te worden. Het warm worden van het belag is nodig, omdat de structuur van het belag door de warmte open gaat staan. Door met het waxijzer de wax vervolgens van voor naar achter in de belag te ‘waxen’ trekt het in de openstaande structuur. Door dit met rustige bewegingen te doen, kan er veel wax in de structuur trekken. Het is dus goed om hier de tijd voor te nemen. Voel met je andere hand aan de bovenkant van de ski (wat tijdens het waxen uiteraard de onderkant is) of je de warmte er doorheen voelt komen. Als dat het geval is, weet je dat het warm genoeg is en het belag goed open staat. De wax komt nu echt in het belag. Dit is een veel grondigere manier van waxen wat een machine niet voor elkaar krijgt. Die halve minuut dat een ski in de waxmachine ligt en één lik wax krijgt, komt niet eens in de buurt van de waxlaag die handmatig wordt aangebracht. Dit is de voornaamste reden waarom ik met de hand wax.
Wat daarnaast een groot voordeel is van handmatig waxen, is de keuze in wax die je daardoor hebt. Wanneer je je materiaal bij mij laat waxen, kun je altijd aangeven of je een specifieke wax voor extreem koude of warme temperaturen nodig hebt. Wanneer je een meer gevorderde skiër of boarder bent, merk je verschil in het type wax dat je op je belag hebt zitten. Koude temperaturen en drogere sneeuw zijn omstandigheden waarbij je wax nodig hebt dat goed presteert bij weinig vocht en toch niet gaat plakken aan de piste. Warmere dagen en daardoor nattere sneeuw zijn omstandigheden waarbij je wax nodig hebt dat juist veel vocht onder de ski’s door kan transporteren. Dit type wax moet dus heel andere eigenschappen hebben dan de wax voor koude dagen en droge poedersneeuw. Maar met een universele wax zit je toch altijd goed? Dat klopt zeker, universele wax doet het goed in alle omstandigheden. Maar niemand kan overal de beste in zijn, dus ook universele wax niet. Wanneer je dus een ervaren skiër bent, meer snelheid wilt kunnen maken op de piste of houdt van het funpark, dan merk je dat wanneer je het type wax afstemt op de omstandigheden, je veel meer uit je board haalt op de piste.
Een bekend ‘waxincident’ is dat van Nicolien Sauerbreij. Doordat er verkeerde wax op haar snowboard was aangebracht tijdens de Olympische Winterspelen van 2002, had haar waxlaag een remmend effect in plaats van een glijdend effect. Professionele skiërs en snowboarders leggen hun materiaal echt niet in een machine. Ze kunnen ten eerste geen gedeukt belag gebruiken op een wedstrijd, want elk board en elke ski die in een machine gaat komt er op een dag met een deuk in het belag uit omdat het is blijven ‘hangen’ in de machine. Daarnaast gaan er wel 3 tot 5 lagen wax op professionele ski’s en snowboards. De ski wordt eerst in de glijrichting geslepen en daarna in de glijrichting gewaxt met wax die precies is afgestemd op de sneeuwconditie, buitentemperatuur en luchtvochtigheid. In de topsport is het extreem belangrijk dat de wax perfect past bij de sneeuw condities en wordt niets aan het toeval overgelaten. Hiermee valt of staat een overwinning.